24u in Boedapest

18 augustus 2016 - Boedapest, Hongarije

Boedapest mag voorlopig dan nog niet zo populair zijn als de traditionele citytrip bestemmingen zoals Parijs, Londen of Rome, het zal wellicht niet lang meer duren voor daar verandering in komt. De Hongaarse hoofdstad is tegenwoordig blijkbaar nogal 'hip' aan het worden (een beetje zoals Berlijn de afgelopen jaren), en dat is niet ten onrechte.

Ik 'mocht' er kort heen en weer naartoe voor het werk, omdat we naar een expo gingen kijken die we volgend jaar zelf in Mechelen te gast hebben. Niet het soort trip waar je echt naar uitkijkt, maar ik vond het wel leuk om de stad te kunnen zien, want ik was er nog nooit geweest.

We vlogen met Ryanair (amper 1 uur en 40 minuten vanuit Charleroi) en landden bij ondergaande zon op Liszt Ferenc Airport, de internationale - en enige - luchthaven van Boedapest. Aangezien we een avondvlucht hadden en pas om 20u00 arriveerden, namen we een taxi rechtstreeks naar het restaurant. De taxi's staan vlakbij de uitgang van de terminal; je geeft je bestemming door aan de kiosk en terwijl je plaatsneemt in de taxi wordt je destination rechtstreeks van de kiosk naar de gps doorgestuurd. Een rit van de luchthaven naar het centrum duurt zo'n 30 à 40 minuten en kost 25 euro (of +/- 8000 HUF). Je kan in alle taxi's ook betalen met de kaart. Handig, want tegenwoordig sta je er nog amper bij stil dat je op citytrip misschien toch niet in euro kan betalen!

De rest van ons reisgezelschap was al eerder aangekomen en had gereserveerd in Robinson Restaurant. De ligging in het stadspark geeft dit restaurant een leuke uitstraling en zeker bij mooi weer hangt er echt een vakantiesfeertje op het terras. Zowel de tapasschotels (voorgerecht) als onze Bistecca alla Fiorentina (hoofdgerecht) en de yoghurt panna cotta waren heel erg lekker. De bediening was een beetje over-enthousiast, met een ober die zoveel ratelde dat er geen speld tussen te krijgen was! In gebrekkig Engels dan nog. 

Na het eten namen we de taxi naar ons hotel. Het art'otel ligt op de oever van de Donau, recht tegenover de indrukwekkende parlementsgebouwen. 's Avonds is alles verlicht en dat zorgt voor een sprookjesachtige uitstraling. Een kamer boeken met zicht op de rivier is zeker de moeite waard!

Het hotel is modern ingericht, heeft grote kamers en alles is piekfijn in orde. Ook het ontbijt was perfect verzorgd en met heel veel keuze. Broodjes, cornflakes, fruit, spek en eitjes, alle mogelijke soorten beleg, cakejes, koekjes,... Het art'otel is zeker een goeie keuze als je een citytrip in Boedapest plant.

Donderdagvoormiddag gingen we naar de expo kijken in het Millenaris Park en daarna lunchen in Aszu; een restaurant dat de traditionele Hongaarse keuken moderniseert. Onze goulash (een must natuurlijk als je dan toch in Boedapest bent!) was heel lekker! En dat voor maar 15 euro. Het leven in Hongarije is merkelijk goedkoper dan bij ons, dus voor een budgetvriendelijke trip is het zéker een aanrader!

We hadden nog maar een uurtje of 3 om nog een wandeling door de stad te maken. We liepen via de Sint-Stefanusbasiliek naar de parlementsgebouwen en van daar via de Kettingbrug terug naar ons hotel. En zo was het alweer tijd om terug naar de luchthaven te vertrekken! We deelden de vlucht naar Charleroi overwegend met terugkerende festivalgangers die er 7 dagen Sziget-festival op hadden zitten; een beetje een partyflight dus!

Boedapest is een mooie stad die bij momenten wat aan Wenen doet denken. Er zijn veel gezellige straatjes en pleinen met veel leuke terrasjes en het uitzicht over de Donau is vanuit alle hoeken even indrukwekkend. Zeker de moeite om nog eens terug te gaan, maar dan echt als vakantie/citytrip!